Een krachtig verhaal over boosheid, vriendelijkheid en het vinden van balans. In het bos van Beer Koning woont Beer Wild, een beer waar iedereen bang voor is. Hij brult, gromt en houdt niemand in zijn buurt. Maar dan hoort hij iets dat hem raakt: anderen denken dat hij een monster is. Beer Wild besluit hulp te zoeken bij de wijze Beer Niets. Wat volgt is een leerzame reis waarin Beer Wild leert hoe je je woorden kunt beheersen, maar ook dat het oké is om voor jezelf op te komen. Een prachtig verhaal over emoties, zelfbeheersing en het belang van zowel zacht zijn als grenzen stellen. De PDF-download van dit vertelverhaal bevat 12 dubbelzijdig bedrukte vertelplaten, goed voor 24 pagina’s met verhaal en illustraties. Ook verkrijgbaar als gedrukt exemplaar. Ideaal voor gebruik in een verteltheater (Kamishibai), vooral als je beschikt over een A3-printer.


4.95 

Meer informatie


Vertelverhaal 'Beer Wild word tam' 12 pagina

In het bos van Beer Koning woonde Beer Wild. Hij zat in een stuk bos waar niemand graag kwam. Meestal was hij hard aan het werk en was hij het liefst alleen. Hij werd altijd snel boos, dan zei hij lelijke dingen, begon te brullen en liet zijn klauwen zien. De andere beren waren bang voor hem en bleven verbij hem uit de buurt. Boe, Grom, Bla, Bla, Grrrrrrrrrrr, Bah, Ga weg. Op een dag hoorde hij een Moeder Beer tegen haar beertje zeggen: “Blijf uit de buurt van dat bos!” "Er woont een beer die wild is en niet weet wat lief zijn is. Hij doet nogal gek.” Beer Wild schrok hier erg van. "Ze denken dat ik een monster ben." Van die gedachte werd hij erg verdrietig. Wat moet ik doen? Hij dacht: “Ik ga naar Beer Niets toe, hij is de enige beer waar ik nog nooit ruzie mee gehad heb en iedereen mag hem, hij zal vast wel weten wat ik moet doen.” Beer Niets is een oude en ervaren beer, hij hoeft van Beer Koning niets te doen. Volgens hemzelf is dat heel moeilijk, al lijkt het gemakkelijk.

Beer Wild vertelde het verhaal aan Beer Niets en vroeg: “Wat moet ik doen?" Beer Niets dacht na... En zei toen: "Je mond is sneller dan je kunt denken, we plakken een week je mond dicht, zodat er geen lelijke woorden meer uitkomen." "Elke keer dat je wilt brullen en het niet kan, ga je lieve woorden bedenken." Na een week mocht het plakband er weer af. Beer Wild was rustig geworden, was vriendelijk tegen alle beren en zei alleen nog lieve woorden. Alle beren hoorden, dat Beer Wild tam geworden was en ze gingen kijken, sommigen gingen grapjes maken en ze lachten Beer Wild uit. Beer Wild werd erg verdrietig en ging weer naar Beer Niets toe. Hij vertelde het verhaal en Beer Niets zei toen: "Ik heb gezegd dat je mond sneller is dan je kunt denken, er komen nu geen lelijke woorden meer uit, alleen vriendelijke en lieve woorden, dat is goed.” "Maar ik heb je niet gezegd dat je alléén maar lief moet zijn. Soms moet je even grommen, je tanden en je klauwen laten zien om je te verweren.” Vanaf dat moment had Beer Wild een rustig leven. Hij was vaak alleen hard aan het werk in het bos en kwam hij iemand tegen, dan deed hij heel vriendelijk. Maar o wee, als ze lelijk tegen hem doen. Dan laat hij zijn tanden en klauwen zien en gromt hij even! Einde