Een winters vertelverhaal vol sneeuw, ijspret en warme chocolademelk. In dit vrolijke winterverhaal beleven de beertjes een dag vol sneeuwballengevechten, schaatsen, sneeuwpoppen maken en warme chocolademelk. Ze leren over de winter, de kou, bevroren vijvers en hoe vogels moeilijker voedsel kunnen vinden. Samen met Beer Juf en Beer Groen genieten ze van echte ijspret én het vooruitzicht van de kerstvakantie. Een sfeervol en herkenbaar verhaal om samen bij weg te dromen. De PDF-download van dit vertelverhaal bevat 14 dubbelzijdig bedrukte vertelplaten, goed voor 28 pagina’s met verhaal en illustraties. Ook verkrijgbaar als gedrukt exemplaar. Ideaal voor gebruik in een verteltheater (Kamishibai), vooral als je beschikt over een A3-printer.
Vertelverhaal 'Het is winter' 14 pagina
‘Goedemorgen, Beertje Anders, het is tijd om op te staan. Je moet naar school. Maar kijk eerst maar eens naar buiten, want het sneeuwt’, zegt Moeder Beer. Beertje Anders springt uit bed en kijkt door het raam naar buiten. Het is nog donker, maar hij ziet dikke vlokken sneeuw door het raam. Dan zegt Moeder Beer: ‘Het is winter. Ga eerst lekker ontbijten en kleed je daarna warm aan. Muts op en sjaal om. Beertje Bruin zal je wel vroeg komen halen.’ Snel eet Beertje Anders zijn broodje, want Beertje Bruin staat al buiten in de sneeuw op hem te wachten. ‘Veel plezier’, zegt Moeder Beer. Zodra Beertje Anders naar buiten gaat krijgt hij (zoef) een sneeuwbal tegen zich aan. Van Beertje Bruin natuurlijk. Snel pakt Beertje Anders twee handen met sneeuw en maakt ook een sneeuwbal, maar er komt al een tweede sneeuwbal aan zoeven die net langs hem suist. Nu gooit hij snel een sneeuwbal terug naar Beertje Bruin. Pats! Op zijn muts. En zo hebben de twee beertjes veel plezier tot Moeder Beer door het raam naar hen roept: ‘Stoppen met sneeuwballen gooien, jullie moeten naar school.’ Dan gaan de twee beertjes direct op weg naar school. Zoef, zoef, daar schiet Beertje Wit voorbij op latten. ‘Wauw, hij is aan het skiën!’, zegt Beertje Bruin. Beertje Wit roept naar hen: ‘Ik ben een poolbeer, ik hou van de winter.’ Zoef, zoef, daar schiet Beertje Wit voorbij op latten. ‘Wauw, hij is aan het skiën!’, zegt Beertje Bruin. Beertje Wit roept naar hen: ‘Ik ben een poolbeer, ik hou van de winter.’ Ze vertelt dat het steeds kouder kan worden en er meer regen en sneeuw zal komen. Het water kan bevriezen en er kunnen mooie ijskristallen komen. Ook vertelt Beer Juf dat de vogels moeilijker voedsel kunnen vinden als er veel sneeuw op het gras ligt. Als het heel koud wordt, gaat water bevriezen en kun je zelfs op het ijs van de vijver staan en schaatsen. Van sneeuw kun je van alles maken, dat geeft veel winterpret. Dan, als Beer Juf klaar is met vertellen over de winter, zegt ze: ‘En nu gaan wij allemaal naar de ...’ ... vijver want die is helemaal bevroren. We hebben vandaag geen les meer maar, gaan ijspret maken.’ ‘Hoera,’ roepen de beertjes, ‘we hebben ijsvrij!’ Samen gaan ze nu op pad, Beer Juf voorop. Door het bos naar de vijver. De vijver ligt helemaal onder de sneeuw en Beer Groen is met een sneeuwschuiver aan het werk. Hij staat midden op de vijver en vraagt aan de beertjes: ‘Helpen jullie mij mee? Dan kunnen we straks schaatsen op het ijs.’ Dat willen de beertjes wel. Pak maar een bezem of een sneeuwschuiver, er liggen er genoeg.’ Nu gaan de beertjes allemaal sneeuwruimen. ‘Veeg de sneeuw hier maar heen,’ zegt Beer Groen, ‘dan kunnen we er straks een sneeuwkasteel of een sneeuwpop van maken. ‘Wie helpt mij mee een sneeuwpop te maken?’, vraagt Beer Juf. ‘Ik, ik’, zeggen een aantal beertjes. Er komen steeds meer beren naar de vijver. De vaderberen maken een kraampje en een vuur. Beer Groen hangt lampjes op want het wordt al vroeg donker. Moeder Beer en Oma Beer hebben warme chocolademelk gemaakt en warme worst. Heerlijk! Wat een feest. Wat een sneeuwpret. Alle beertjes zijn vrolijk en blij. Heerlijk zo’n winter met ijs- en sneeuwpret. Dan vertelt Beer Juf dat de beertjes morgen niet naar school hoeven te komen, want dan begint de kerstvakantie.
Prettige feestdagen allemaal. En een fijne witte Kerst. Einde