Een herkenbaar en leerzaam verhaal over het verschil tussen plagen en pesten, en hoe je pesten kunt stoppen. Beertje Anders houdt van grapjes maken, maar soms gaan die grapjes te ver. Wanneer zijn gedrag andere beertjes verdrietig maakt, komt Beer Juf tussenbeide: wat is plagen en wat is pesten? In dit vertelverhaal leren kinderen op een speelse en duidelijke manier wat pesten is, wat het met iemand kan doen en hoe je kunt helpen als je ziet dat iemand gepest wordt. Het verhaal moedigt kinderen aan om hun gevoelens te uiten, om hulp te vragen én te geven. Een krachtig uitgangspunt voor groepsgesprekken, klassikale lessen en rollenspellen over sociaal gedrag, empathie en veiligheid. De PDF-download van dit vertelverhaal bevat 16 dubbelzijdig bedrukte vertelplaten, goed voor 32 pagina’s met verhaal en illustraties. Ook verkrijgbaar als gedrukt exemplaar. Ideaal voor gebruik in een verteltheater (Kamishibai), vooral als je beschikt over een A3-printer.


4.95 

Meer informatie


Vertelverhaal 'Voorkom het pesten' 16 pagina

Beertje Anders maakt grapjes en slaat op de trom. Beertje Bruin schrikt even, maar als hij ziet dat het Beertje Anders, is moet hij lachen. Beertje Anders is aan het plagen. Dit doet hij om Beertje Bruin uit te dagen. Hij bedoelt dit goed. Beertje Bruin vindt het leuk en moet lachen om Beertje Anders. Nu gaat Beertje Bruin ook grapjes maken. Samen moeten ze nu lachen en hebben dikke pret. Plagen is dus leuk, als de plager en de geplaagde het allebei leuk vinden. Beertje Anders gaat nu Beertje Bril plagen: boem, boem, boem. Beertje Bril zegt: ‘Stop daarmee, ik vind het niet leuk.’ Maar Beertje Anders gaat gewoon door: boem, boem, boem. Nu vraagt Beer Juf: ‘Wat is hier aan de hand?’ ‘Niets’, zegt Beertje Anders! Beertje Bril zegt niets! Even later zegt Beertje Anders lelijke dingen tegen Beertje Strik. Zoals: ‘Stomme Strik, wat ben je dom!’ Beertje Strik wordt hier heel verdrietig van, maar durft niets te zeggen. Beer Juf komt nu en vraagt: ‘Wat gebeurt hier?’ ‘Niets’, zegt Beertje Anders! Beertje Strik zegt niets! Beertje Anders zegt tegen Beertje Dik dat hij maar ergens anders moet gaan spelen. Want hij en Beertje Bruin zijn samen sterk en zijn dus de baas. Beertje Dik wordt hier heel verdrietig van, maar durft niets te zeggen. Beer Juf komt en vraagt: ‘Wat gebeurt hier?’ ‘Niets’, zegt Beertje Anders! Beertje Dik zegt niets! Als ze in de zandbak spelen zegt Beertje Anders tegen Beertje Bril dat hij een schep moet halen. ‘Nee!’, zegt Beertje Bril, ‘Je haalt die schep zelf maar!’ Beertje Anders slaat nu Beertje Bril op zijn kop, omdat hij niet wil luisteren. Beertje Bril gaat huilen. Dan zegt Beer Juf: ‘Ik geloof dat Beertje Anders aan het pesten is!’ ‘Wat is dat, pesten?’, vraagt Beertje Anders. ‘We gaan eerst Beertje Bril troosten en dan zal ik het je uitleggen.’
Als ze allemaal weer in de klas zijn, gaat Beer Juf pesten uitleggen. ‘Bij pesten is vaak de ene beer altijd sterker of heeft een grotere mond dan de andere beer. Pesten is nooit lief bedoeld. Pesten is niet leuk voor de beer die gepest wordt. Pesten kan op heel veel manieren. Bijvoorbeeld: duwen, trekken, knijpen, slaan of stompen. Maar ook gemene dingen zeggen of schelden. Het kunnen kleine dingen zijn, die steeds weer gebeuren.’ ‘Vaak durf je niets te zeggen en durf je niets te doen als je gepest wordt. Maar als je merkt dat iemand aan het pesten is, kun je er beter wat van zeggen. Je mag zeggen dat de ander moet  ophouden. Vertel dat er gepest wordt, want dan kan ik er wat aan doen. Erover praten met je vader of moeder kan ook helpen.

Maar ook een beer die gepest heeft en merkt dat het niet zo leuk is wat hij gedaan heeft, kan dit aan mij of de andere beertjes vertellen. We kunnen er dan samen over praten. Dat voelt goed voor iedereen.’ ‘Wees niet bang om te praten over pesten, door er samen over te praten kunnen we het misschien oplossen. Als je gepest hebt, voel je je misschien ook wel verdrietig en heb je spijt. Om pesten te voorkomen hebben wij de vijf afspraken.’

‘Sorry, Beer Juf, sorry beertjes, ik wil geen pestkop zijn. Boehoe.’  Beertje Bruin legt een arm om Beertje Anders heen en zegt: ‘Je bent ook geen pester, je wist niet wat pesten was. Ik zal je helpen.’ Zo kan een goede vriend helpen en zo kunnen we allemaal helpen door samen erover te praten als er gepest wordt. Einde